Presenteren




STAP 1 Voorbereiding
  • Een presentatie doe je soms alleen, soms met klasgenoten. Als je met klasgenoten samenwerkt doen, onthoud dan goed dat iedereen wel iets heeft dat hij of zij goed kan, dus maak gebruik van elkaars talenten om tot een goed resultaat te komen.
  • Bedenk heel goed waarom je iets gaat vertellen, voordat je het gaat vertellen.
  • Zorg dat je voldoende over het onderwerp te weten komt voordat je de inhoud van je presentatie bedenkt.
  • Bedenk wat je wilt dat je publiek na afloop opgestoken moet hebben door jouw verhaal. Bedenk zes vragen waarop je publiek na afloop het antwoord zou moeten kunnen geven. Als ze dat kunnen is je presentatie geslaagd.
  • Als je samen met een ander presenteert: Spreek duidelijk af wie welk deel voorbereidt. Vertel aan elkaar wat je gaat vertellen.
  • Woorden zijn ook maar woorden. Bedenk welke visuele middelen je wilt gebruiken om je verhaal tot leven te brengen. Denk aan voorwerpen die je meebrengt, foto's en video of een Powerpoint. Je mag creatief zijn! 


Powerpoint en filmpjes.
Je kunt Powerpoint bruiken om je verhaal te ondersteunen. Op een dia zet je altijd zo min mogelijk tekst. Als het vol staat met tekst is het voor niemand meer te lezen en is er geen reden om naar jou te luisteren. Een filmpje is goed te gebruiken als informatiebron tijdens de presentatie. Ook leuk als intro op de presentatie om je onderwerp direct duidelijk te maken aan je publiek. Kies dan een stukje video dat de kern laat zien en nooit langer dan 2 à 3 minuten. 

STAP 2: Je presentatie leren 


Leren met slimme trefwoordenWaarschijnlijk zul je een tekst uitschrijven of een aantal punten noteren. Maar je wilt - en mag - niet je tekst staan voorlezen. Vaak mag je er een aantal trefwoorden bij gebruiken. Maar welke moet je dan hebben? De beste lijst met trefwoorden kun je al lerend samenstellen. Begin met een leeg blad voor je en ga vertellen. Zodra je vastloopt wordt dat je eerste trefwoord. Begin weer opnieuw te vertellen, gebruik je trefwoord om verder te kunnen vertellen en kijk waar je nu vastloopt. Dat wordt je tweede trefwoord. Herhaal dit tot je blad vol staat met de juiste trefwoorden en je het verhaal kent. Schrap later trefwoorden die je niet meer nodig hebt.

Stop pas met leren als je het een uur na de laatste keer oefenen nog steeds vlot kunt.
Oefen niet totdat je het nèt kunt, maar ga vaker door. Door je zenuwen gaat er altijd iets af van je prestatie, dus moet je voor 120% oefenen als het ware.

STAP 3: De presentatie houden

  • Wees op tijd, zodat je de techniek kan testen (PC, beamer, video, geluid bij video enz.)
  • Sta rustig, kijk rustig rond en haal rustig adem
  • Probeer je klasgenoten aan te kijken
  • Kijk rustig op je trefwoorden. Ben je de draad van je verhaal een beetje kwijt, neem dan een paar seconden de tijd om op dat blaadje te kijken voor je verder gaat. Voor je publiek is dit een adempauze, dus maak je er niet druk om.
  • Ben je met een groepje, luister dan goed naar de anderen.